Nooit meer vriendelijk?

Ik heb mezelf voorgenomen het nooit meer te doen. En ik weet zeker dat jij die gedachte ook al meerdere keren hebt gehad. Want ken je dat gevoel? Het is een mooie dag, je voelt je welgezind, vertrekt naar het werk of naar het warenhuis. Vriendelijk knik je de eerste voorbijganger goeiendag. Maar bij die ene persoon? Geen knikje, geen glimlach, geen met veel moeite gekrulde lip. Het moment waarop ik denk: stop ermee, Chantal. Maar het lukt me niet.

Zo ook gisteren. Nu mijn man in de lappenmand ligt, draag ik het vuilnis naar de afvalstraat op het pleintje een eindje verderop. Een vuilniszak in de ene hand, een mand met oud papier in de andere.

Toen kwam hij me tegemoet: een kleine jongen op zijn fiets. Met grote ogen kijkt hij me aan, roept uitbundig: ‘Dag mevrouwtje … uit de weg mevrouwtje … voorzichtig hoor!’

Zijn vader knikt me verlegen toe. ‘Zijn eerste grote fiets.’ De eerste voorbijganger, meteen een lach.

Wat later sta ik bij de blauwe containers. Een auto stopt, de kofferklep gaat open. De bestuurder graait zenuwachtig in zijn jaszak, een vloek ontsnapt hem. Dan komt hij met forse stappen op me af. Ik zet instinctief een stap achteruit. Op de een of andere manier schrikt de man me af.

‘Mevrouw, kunt u wisselen alsjeblieft?’ Zijn vriendelijke stem staat in schril contrast met zijn ruige, getatoeëerde lijf. ‘Jahoor,’ antwoord ik en zoek wisselgeld.

‘Dank je wel. Je hebt mijn dag gered.’ Hij lijkt het te menen. Langzaam loopt de kofferbak leeg. Voor hij instapt, draait hij zich nog een keer om. ‘God zal u belonen mevrouw. Prettige dag verder.’ Zijn inkttekening op de bovenarm wuift gretig mee.

God heeft betere dingen te doen, bedenk ik. En toch, de woorden van de man geven me een warm gevoel.
Stop ermee, Chantal! Nooit meer vriendelijk zijn? Nooit meer goedemorgen knikken? Nooit meer een onverwachte ontmoeting? Vergeet het maar!