Liefde zonder vrees

Wat eerst nog een flauwe grap van de huisarts leek, werd enkele dagen later bevestigd door een team van specialisten. Hun verslag was duidelijk: Louis was honderd procent hulpbehoevend.
‘Dus ik kan niet meer naar huis?’ vroeg hij.
Mijn man schudde zijn hoofd, ik sloeg mijn ogen neer.
‘Ze kennen er niets van,’ foeterde Louis luid. Hij zwiepte zijn rechterbeen omhoog. ‘Kijk wat ik nog allemaal kan: strekken, buigen, schoppen. Ge noemt het maar, en ik doe het!’ Zijn linkerbeen hield hij wijselijk stil. Hij ging terug liggen. Zijn zelfzekere blik en vastberadenheid smolten als sneeuw voor de zon. ‘Maak het maar leeg.’
‘Wablief?’
‘Ge hoort me goed, maak mijn huis leeg. En rap, zodat ik het kan verhuren.’ Hij draaide zich op zijn zij. ‘Tot morgen.’

Een half uur later stonden mijn man en ik in Louis’ woonkamer. De uitpuilende tafel verried het gehaaste en onvoorziene vertrek. De krant lag opengeslagen, ernaast zijn glucosemeter en prikpen. In de kristallen schaal lagen betaalde en onbetaalde rekeningen, lege omslagen en enkele balpennen. Op het eind een bloemstukje, een vaas verdorde rozen en kerst- en nieuwjaarkaartjes. Onze beste wensen voor een gezond 2024.
We liepen de trap op naar de slaapkamer, zochten enkele onderhemden en pyjama’s. ‘Zoek jij zijn sokken?’ vroeg mijn man.
Ik opende de bovenste schuif van de lage kast. In het uiterste hoekje van de lade, weggestopt onder kousen, onderbroeken en Damart-lijfjes lag een boek. Liefde zonder vrees, Dr. Eustace Chesser.
Ik zeeg neer op het bed, sloeg het open. ‘Er zijn vele boeken geschreven over sexualiteit, verschillende daarvan zijn het lezen overwaard. Maar dit boek is niet geschreven om alleen gelezen te worden. Het is bestemd voor de practijk,’ begon de auteur zijn betoog.

Een film speelde zich af in mijn hoofd. Een mooie zomerdag midden 1952. Aan het einde van een wegeltje, ver weg van de bewoonde wereld, zaten Louis en Marie op een bankje. Hij bladerde nieuwsgierig door Liefde zonder vrees, zij leunde
dicht tegen hem aan. Giechelend, met een lichte blos op haar wangen. Louis las
voor: ‘Regel Eén voor succes, zowel in het huwelijk als in het leven, is: Leer hoe lief te hebben.’ Hij aarzelde een seconde. Dan draaide hij zich naar haar toe. ‘Ik zal leren hoe je lief te hebben,’ fluisterde hij in haar oor. Ze boog zich voorover. Zijn vingers beroerden haar lippen. Gretig …

‘Je bent zo stil?’ vroeg mijn man.
Ik schrok op. ‘Ik ben aan het lezen,’ antwoordde ik.
‘Nu? Help me liever met het sorteren van de kleerkast. Kijk eens wat een zooitje.’ Hij rolde met zijn ogen.
‘Boeiende lectuur. Misschien kan ik nog bijleren,’ grapte ik en wees hem hoofdstuk vier aan: de tien geboden van de liefde. ‘Erg hé?’
‘Wat?’
‘We zijn net Big Brother. Ongegeneerd doorzoeken we zijn spullen.’
‘Maak daar nu geen drama van,’ antwoordde mijn man zonder te verpinken. ‘Binnen hier en twintig jaar zullen onze kinderen ook ons huis opruimen en onze spullen wegdoen. Dat is toch niet erg?’
‘Tuurlijk niet. Ben je klaar? Ik wil naar huis.’
‘Zo opeens?’
Ik knikte. Ja, ik wou naar huis. Naar mijn kasten en nachttafeltjes die geen pottenkijkers duldden en smeekten om geleegd te worden.

° Foto eigen collectie. Dr. Eustace Chesser, liefde zonder vrees, zevende druk maart 1952

Maak een website of blog op WordPress.com