Op zoek

Sinds kort staan er twee kadertjes op mijn schrijftafel. In het ene een foto van mijn grootouders langs moederskant, breed lachend op een of ander huwelijksfeest. In het andere een studioportret van mijn grootouders langs vaderskant, genomen begin jaren vijftig. Twee koppels, twee verschillende werelden.

Ik zag mijn grootouders graag, dat staat buiten kijf en ik koester de mooiste herinneringen aan hen. Maar ken ik ze echt? Die knappe madammen die me vanaf de foto aankijken? Die jonge mannen in driedelig pak? Wat weet ik over hun dromen, hun bekommernissen, hun angsten, én – het waren ook maar mensen – hun geheimen? Niets natuurlijk. Dat intrigeert me. Ik ontrafel hun stamboom, pluis het internet uit, snuister in archieven. Urenlang slenter ik langs graven op zoek naar voorouders. Gretig leg ik hun leven bloot. Tevergeefs, op talloze vragen zal nooit een antwoord komen.

Mijn grootouders waren geen praters. Wat vroeger was, deed er niet toe. De toekomst was belangrijker. Klopt als een bus, maar laat ons het verleden niet vergeten. Ben je binnenkort op een familiefeest? Ga je dit weekend op bezoek bij je ouders? Stel vragen! Zeur hen de oren van hun kop. Want geef toe, hoe konden mijn grootouders ook maar vermoeden dat de wereld waarin zij opgroeiden mij wel interesseerde? Hoe kon mijn grootmoeder langs vaderskant weten dat ik me tot op de dag van vandaag zou afvragen waar ze de kracht vandaan haalde om met haar twee kleine kinderen op een vissersboot te stappen, die hen tot in Zuid-Amerika zou brengen.

Het antwoord is simpel: ze konden het niet weten, want ik stelde hen geen enkele vraag!

Maak een website of blog op WordPress.com